Mart Stam

Mart Stam (1899-1986) architect, ontwerper, docent. Stam werd geboren in Purmerend als zoon van een belastingambtenaar. Hij volgde de Rijksnormaalschool in Amsterdam en een opleiding tot meubelmaker en bouwkundig tekenaar. Stam was actief in de Jongelieden Geheel Onthouders Bond en kreeg als dienstweigeraar een half jaar gevangenisstraf. Uit Purmerend kende hij J.J.P. Oud en Jac. Jongert. Hij begon zijn carrière op het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok in Rotterdam. Stam staat bekend als een gedreven persoonlijkheid die zich inzette voor de nieuwe stedenbouw en het functionalisme. Zoals de redactie van De 8 en Opbouw stelde in 1939 bij zijn aantreden als directeur van het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (IvKNO): ‘een stoere werker; een goed kameraad in het collectieve werk’ waarvan een ‘stuwende en meeslepende kracht’ uitging.
Hij werkte en schreef veel in het buitenland, onder andere in Zwitserland, Duitsland en Rusland. Daardoor functioneerde hij voor Nederland als een ‘trait d’union’. In 1927 bouwde hij woningen voor de beroemde Werkbundtentoonstelling in Stuttgart en het prototype van de achterpootloze buisstoel. Hij werkte enige tijd op het architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt en daarna aan het woningbouwprogramma van Frankfurt. Stam doceerde aan het Bauhaus (1928-29) en ging in 1930 naar Rusland. Halverwege de jaren dertig (1934) keerde hij weer terug en richtte hij zich op meubelontwerpen.
Door toedoen van zijn vriend W. Sandberg kreeg hij de directeurspost op de kunstnijverheidschool die hij van 1939 tot 1948 vervulde. Deze school trachtte hij om te vormen naar het model van het Bauhaus, onder andere door J. Niegeman als docent aan te stellen en later Grethe Neter. Na de oorlog speelde hij een rol in de vakvereniging GKf en bij Goed Wonen. Hij vertrok naar Oost-Duitsland waar hij tot 1952 directeur van de academies in Dresden en Berlijn was. Vervolgens verbleef hij weer tot 1966 in Nederland. Daarna leefde hij als een kluizenaar in Zwitserland met zijn vrouw Olga Heller van wie gezegd wordt dat ze zeer religieus was. De vele verhuizingen en mensenschuwheid gaven aanleiding tot mythevorming rond de persoon Stam. Het beeld van de energieke figuur kreeg een tegenhanger in dat van de gedesillusioneerde. Of de teruggetrokkenheid naast de religieuze ook een politieke achtergrond heeft (DDR) is niet duidelijk.
In zijn geschriften, die vaak een militante toon hebben, bepleit Stam consequent de menselijke en humanistische kant van het ontwerpen. Behalve voor het blad ABC dat hij medeoprichtte en redigeerde, leverde hij bijdragen aan andere buitenlandse bladen. In Nederland schreef hij voor i10, De 8 en Opbouw, De Groene Amsterdammer, Open Oog, De Vrije Katheder en Goed Wonen.


Deze biografie is afkomstig uit het boek ‘Visies op vormgeving, het Nederlandse ontwerpen in teksten deel 2: 1940-2000’ (2008) van Frederike Huygen. Voor deze biografie is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
– Boot, C. ‘Mart Stam Dessau-Amsterdam. Kunstnijverheidsonderwijs als aanzet voor een menselijke omgeving’, Wonen TA/BK 11 (1982) juni, pp. 10-16.
– Rümmele, S. ‘Mart Stam’, Zürich/München 1991.
– Bergeijk, H. van, Máčel, O. ‘We vragen de kunstenaars kind te zijn van zijn eigen tijd’. Teksten van Mart Stam, Nijmegen 1999.