Van Besouw, ontstaan in 1839, is van oudsher producent van technische weefsels, zoals zwaardoek, van linnen, katoen en andere natuurlijke materialen. Begin 1900 ontstaat de tapijtweverij die onder andere lopers, karpetten en holtaptapijten produceert. 1967 is het jaar van de grote verandering. Bij de tapijtdivisie stapt Van Besouw over van imitatie-ontwerpen op industriële vormgeving, met als gevolg een omschakeling van een massaproduct voor de groothandel naar een specialistisch product voor de selectieve afnemer. Via het Instituut voor Industriële Vormgeving in Amsterdam komt Van Besouw in contact met ontwerper Benno Premsela; hij wordt hoofd vormgeving en productontwikkeling. Premsela richt in Goirle een ontwerpstudio in en stelt een team van ontwerpers samen. Deze studio functioneert tot januari 1984. Daarna wordt gewerkt vanuit Buro Premsela Vonk in Amsterdam. Ontwerpers die met Premsela werken zijn onder andere Ludo Lockefeer, Lenie Hoos, Diek Zweegman, Marijke Reus, Rolf Brenner, Hetty Grefelman en Magda Prins. Het bekendste ontwerp is het katoenen tapijt 3801, ook wel genoemd het lusjestapijt. Dit tapijt is niet geweven, maar gebreid, een techniek die veel mogelijkheden biedt in dessineren en structureren. Benno Premsela blijft verbonden aan Van Besouw tot 1990, waarna Josée de Pauw en Nan Raap de bureauleiding overnemen. In 1993 stopt de samenwerking tussen Van Besouw en bureau Premsela Vonk. Anno 2013 zijn Alide van der Poel en Noor van de Voort van Dames 2 verantwoordelijk voor het industrieel ontwerp bij Van Besouw.
Archief
Het archief van Van Besouw is overgedragen aan het Regionaal Archief Tilburg en is toegankelijk voor studie- en researchdoeleinden.
Klik hier om het archief in te zien.
Boek
Van Besouw – de ontknoping; Geschiedenis van een Goirles textielbedrijf
Auteurs Virginie Mes, Frank van Gils en Jef van Gils
Goirle 2005, ISBN: 978-90-80784-12-3